Lied aanleren
https://soundcloud.com/user-701885388/de-droomboom-gezongen-door
(Met karaoke meegezongen)
https://soundcloud.com/user-701885388/de-droomboom-met-gitaar
(Met eigen gitaarspel meegezongen)
https://soundcloud.com/user-701885388/de-droomboom-gezongen-door
(Met karaoke meegezongen)
https://soundcloud.com/user-701885388/de-droomboom-met-gitaar
(Met eigen gitaarspel meegezongen)
Als je een lied wilt aanleren aan kinderen, hebben ze
daar vaak erg veel zin in. Ik heb ervoor gekozen om een uitgewerkte les te
maken van het lied ‘de droomboom’. Ik heb voor dit lied gekozen omdat ik het
lied altijd erg leuk vind om te zingen, en ik het lied nog ken van mijn
basisschooltijd. Ik organiseer mijn les volgens het OMOKVAR model. Ook heb ik
het lied ingezongen via soundcloud. Eerst geprobeerd met een karaoke versie
erbij, alleen die hoor je niet zo goed. En in het andere filmpje speel ik zelf mee met gitaar. Ik speel sinds een paar weken gitaar, dus ben het nog allemaal aan het
oefenen, maar ik wilde het toch even laten horen. Bij het liedje met de gitaar loopt de opname wat langer door dan de bedoeling was. Ik hoop dat ik over een
poosje zo goed gitaar kan spelen, dat ik het ook in de klas kan gebruiken. Het
gaat bij deze les dus vooral om het eerste filmpje. Dus ik zing het liedje met
de karaokeversie mee.
OMOKVAR (muzikaal
organisatiemodel)
Vak: lied aanleren, muziek (de droomboom)
Stagegroep: 5
1.Ontwerp:
Beginsituatie
De kinderen hebben het lied ‘de droomboom’ nog niet eerder
gehoord. De opdracht is volgens het boek ‘eigen-wijs’ bedoeld voor groep 5-6.
De kinderen hebben iedere donderdagmiddag muziek. In de vorige muziekles hebben
de kinderen een lied gezongen en daarbij gelet op harde en zachte zang
(klanksterkte), ze kunnen dus het verschil horen tussen hard en zacht. Ze hebben nog moeite met hoog en laag zingen,
dat kan ik in dit lied goed met de kinderen oefenen. De kinderen vinden het
leuk om nieuwe liedjes te zingen
Lesdoelen
Na deze lesactiviteit kunnen de kinderen van groep 5:
(vertellen,
werken)
-
de klankhoogte zingen (hoog en laag)
-
Ze kunnen het lied
‘de droomboom’ zelfstandig zingen
Ik
check mijn doel door te (observeren, nakijken, bespreken, presenteren)
Regels en
afspraken
De
kinderen luisteren naar de juf of meester. Ze steken hun vinger op en wachten
op hun beurt. En de kinderen lopen niet zomaar door de klas.
Hoe krijg
ik de aandacht van de groep
Ik
spreek een paar kinderen aan, van wie ik last heb. Op deze manier zorg ik dat
de klas naar mij luistert.
Welke
materialen zijn nodig
Ik
zorg dat het digibord klaar staat met de muziek en de tekst van het lied ‘de
droomboom’
Dit
is de link die ik gebruik voor de karaokeversie, ik zing in het begin zelf mee.
2. Muzikale
opening en inleiding:
Bij
de muzikale opening sluit ik aan bij de leeromgeving van de kinderen. Ik begin
met het gesprek over het lied. Ik vraag aan de kinderen wat voor verschillende
bomen ze kennen? En wat voor vruchten die bomen hebben? Wat gebeurt er als ik
een vrucht van die boom in de grond stop? Maar wat gebeurt er als ik een dropje
in de grond stop, of een gebakje? Ik laat de kinderen nadenken. Dan groeit er
een heel bijzondere boom. Als deze boom groot is, groeien er gebakjes, dropjes,
chocolaatjes aan de boom. Ik vraag aan de kinderen: en wat zou er nog meer aan
de bijzondere boom kunnen groeien? Ik fantaseer met de kinderen over de naam
van de bijzondere boom. Uiteindelijk zet ik de naam van de boom op het bord: de
droomboom. Ik vertel dat we zo het liedje gaan zingen, maar dat we eerst onze
stem gaan warm maken door in te zingen.
Ik
ga een aantal inzingoefeningen met de kinderen doen. Dit hebben ze vaker in een
muziekles gedaan. Ik laat de kinderen staan, als een boom. Ik zeg dat ze
helemaal rechtop moeten staan, alsof ze een lange rechte boom zijn. De kinderen
kennen deze opdracht om met een touwtje aan hun hooft rechtop te gaan staan.
Maar ik wil bij het liedje aansluiten. Daarna zing ik het inzingliedje
Pannenkoeken
eten pannenkoeken eten pannenkoeken eten pannenkoeken eten
Mmmmm
Pannenkoeken
eten pannenkoeken eten pannenkoeken eten pannenkoeken eten
Mmmmm
Een
variatie daarop (dezelfde melodie, maar met een andere tekst):
Binnenbanden
plakken buitenbanden plakken binnenbanden plakken buitenbanden plakken fiets
en….
Binnenbanden
plakken buitenbanden plakken binnenbanden plakken buitenbanden plakken fiets
Deze
inzingliedjes herkennen de kinderen nog van eerdere muzieklessen. Vooral het
pannenkoeken eten is vaak gezongen. Binnen banden is minder vaak aan bod
gekomen, die kan je dan nog een paar keer langer en harder meezingen.
3. Kern:
Ik
ga de kinderen het lied ‘de droomboom’ aanleren. Ik laat het lied eerst een
keer horen, de kinderen luisteren naar het lied. Dan stel ik de kinderen een
luistervraag: wat groeit er allemaal aan de hoge boom? En speel het lied nog
een keer af.
Nadat
de kinderen het lied twee keer hebben gehoord laat ik ze een deel van het
refrein meezingen ‘krak, boem, naast mijn bed’. Daarna zingen ze het hele
refrein. Dan gaan de kinderen de coupletten meezingen. Ik zing de coupletten
van het lied zelf nog eens voor, daarna zingen de kinderen de coupletten zelf
(aanleermethode, weggeefmethode)
4.
Verwerking:
De
kinderen verdiepen zich doormiddel van de volgende opdracht:
De
kinderen gaan achter hun tafel en stoel staan. Ik vertel de kinderen dat de
bomen overdag stijf en stil staan in het bos. Maar ’s nachts komen ze tot
leven. Op de muziek van ‘Swan Lake’ bewegen de kinderen als bomen. Ik laat ze
een gedeelte (ongeveer 5 minuten) van de muziek horen. Eerst trekken ze hun
wortels uit de grond, dan bewegen ze hun stijve stam. Als de melodie gaat
stijgen, gaan de takken langzaam omhoog. De vorige les hebben de kinderen met
klanksterkte gewerkt. Nu ga ik kijken of ze dat in deze opdracht kunnen
toepassen.
Link
naar de muziek ‘Swan Lake’
Ik
sluit de verwerking af met een kort leergesprek, met muzikale leervragen die de
kinderen zelf naar voren brengen. Hoorde ik goed de overgang van zacht en hard?
Wat vond ik lastig aan de opdracht?
5.
Afsluiting:
Als
afsluiting zingen de kinderen nog een keer het lied ‘de droomboom’. Ik zeg dat
we volgende muziekles een luisteropdracht gaan doen, waar je dus net als bij
het muziekstuk wat we net hebben gehoord (in de verwerking) goed moet
luisteren.
6.
Reflectie:
(Feedback
en evaluatie)
Ik
kijk samen met de kinderen terug naar de muziekles. Ik stel de kinderen de
vragen: wat ging goed en wat kan beter? Wat vond je leuk/minder leuk?
Ik
vertel tegen de kinderen hoe ze met de les meededen. En ik benoem wat ik
goed/minder goed vond gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten