Luisteropdracht
Je kan op verschillende manieren bezig zijn met muziekles voor kinderen, Een van die dingen is een luisteropdracht, waarbij de kinderen naar de muziek gaan luisteren. Het doel van de luisteropdracht is om de kinderen zo goed en actief mogelijk te laten luisteren.
Ik heb ook een luisteropdracht bedacht voor de bovenbouw. hiervoor maak ik gebruik van het stappenplan in het boek 'nieuw geluid'. Dit stappenplan is een hulpmiddel om een luisteropdracht te ontwerpen. Voor mijn luisteropdracht heb ik het volgende lied uitgekozen:
Johann Strauss II - The Blue Danube Waltz
Stap 1:
Klank:
Ik heb voor dit lied gekozen omdat er verschillende soorten klankkleuren inzitten, je hoort verschillende klankbronnen. De klankduur is wisselend, dan gaat het langzaam en dan versneld het weer. In de melodie hoor ik hoge en lagere klanken. En je hoort dat de tonen hard en zacht zijn, dus de klanksterkte hoor je ook in het lied.
Ik heb voor dit lied gekozen omdat er verschillende soorten klankkleuren inzitten, je hoort verschillende klankbronnen. De klankduur is wisselend, dan gaat het langzaam en dan versneld het weer. In de melodie hoor ik hoge en lagere klanken. En je hoort dat de tonen hard en zacht zijn, dus de klanksterkte hoor je ook in het lied.
Vorm:
Het is een klassiek muziekstuk. Waarin herhaling voorkomt, maar ook variatie en contrast. Je hoort in een aantal stukken steeds hetzelfde. Maar je hebt ook een paar stukken uit verschillende onderdelen, dus die totaal anders zijn. En er zit variatie in. Je hebt een paar delen waarin een kleine afwisseling/variatie is te horen.
Het is een klassiek muziekstuk. Waarin herhaling voorkomt, maar ook variatie en contrast. Je hoort in een aantal stukken steeds hetzelfde. Maar je hebt ook een paar stukken uit verschillende onderdelen, dus die totaal anders zijn. En er zit variatie in. Je hebt een paar delen waarin een kleine afwisseling/variatie is te horen.
Betekenis:
Je kan de betekenis in dit lied goed invullen (wat voel je hier bij? Wat zie je voor je?). Als ik naar het lied luister word ik vrolijk en ik word er ook erg rustig van. Mij doet het lied op bepaalde momenten ook aan een pretpark denken, door de vrolijke muziek. Je kan je emotie goed kwijt in het lied. Iedereen kan een ander gevoel hebben bij het lied, juist ook omdat er zoveel verschillende tonen in de melodie zitten.
Je kan de betekenis in dit lied goed invullen (wat voel je hier bij? Wat zie je voor je?). Als ik naar het lied luister word ik vrolijk en ik word er ook erg rustig van. Mij doet het lied op bepaalde momenten ook aan een pretpark denken, door de vrolijke muziek. Je kan je emotie goed kwijt in het lied. Iedereen kan een ander gevoel hebben bij het lied, juist ook omdat er zoveel verschillende tonen in de melodie zitten.
Ik wil de analytische en creatieve luisterstijlen bij de kinderen stimuleren.
Stap 2:
De kinderen kunnen op verschillende manieren luisteren naar het lied. Ik denk dat de kinderen gaan luisteren naar klank (hoogte, duur, kleur, sterkte). Ik denk dat de meeste kinderen creatief zullen luisteren. Dus dat ze een beeld voor zich hebben, of er een verhaal bij hebben bedacht. Je kan soms ook een bepaalde emotie bij de kinderen zien. De een kijkt heel blij, en de ander juist weer bedroeft. De kinderen ontdekken dat muziek iets betekend. Dat ze er een bepaalde emotie bij hebben.
Stap 3:
De volgende opdracht wil ik koppelen aan het muziekstuk:
De kinderen gaan eerst luisteren naar het lied. Dan gaan ze daar vragen over beantwoorden
(analytisch). Vragen zoals: wat voor vorm hoor je in het lied (herhaling, variatie, contrast)? Welke instrumenten hoor je? Waar gaat de muziek harder? Ik laat een klein stukje van het lied horen en de kinderen steken hun hand omhoog wanneer de melodie harder gaat.
Daarna gaan de kinderen een tekening maken bij het muziekstuk. Ze verwerken in de tekening een emotie, of waar ze aan denken als ze het lied horen. Bijvoorbeeld onder stap 1 heb ik mijn betekenis bij het liedje uitgelegd, dat het mij doet denken aan een pretpark. In de tijd dat de kinderen aan het tekenen zijn, speel ik het lied telkens opnieuw af. Dit doe ik zodat de kinderen het lied kunnen blijven horen en zo een emotie en een verhaal bij het lied op papier kunnen zetten.
Stap 4:
De kinderen gaan het muziekstuk eerst analyseren door middel van vragen te beantwoorden. Daarna creëren ze een beeld bij het lied. Ze denken creatief. Ze zien een beeld, verhaal en emotie voor zich. Ze denken ergens aan als ze het lied horen. En dat beeld noteren/tekenen ze op een papier.
Stap 5:
Mijn didactische werkvorm is bij de analytische luisterstijl 'vragen stellen'. En bij de creatieve luisterstijl gebruik ik het construeren van beelden. Ze maken een tekening van het muziekstuk. Dit stimuleert en brengt het luisterproces op gang.
Stap 6:
Coöperatief leren is samenwerkend leren. Ik maak hier geen gebruik van, omdat ik wil dat de kinderen juist zelf naar het lied gaan luisteren. En ik wil dat ze hun eigen emotie of verhaal waar ze aan denken kunnen uiten.
Stap 7:
Ik open de muziekles door een Xylofoon mee te nemen. Ik vraag eerst aan de kinderen wie er weet hoe dit muziekinstrument heet. Dan speel ik er verschillende tonen op. Ik vraag wat hoger en lager is. En welke toon is harder en zachter. Ook vraag ik wat de kinderen in de korte melodie horen die ik op de Xylofoon speel (herhaling, variatie, contrast). Ik laat een paar kinderen zelf een toon spelen en er een vraag bij bedenken (ik kan ze met die vraag ook helpen), en de rest van de klas luistert en antwoordt op de vraag.
Stap 2:
De kinderen kunnen op verschillende manieren luisteren naar het lied. Ik denk dat de kinderen gaan luisteren naar klank (hoogte, duur, kleur, sterkte). Ik denk dat de meeste kinderen creatief zullen luisteren. Dus dat ze een beeld voor zich hebben, of er een verhaal bij hebben bedacht. Je kan soms ook een bepaalde emotie bij de kinderen zien. De een kijkt heel blij, en de ander juist weer bedroeft. De kinderen ontdekken dat muziek iets betekend. Dat ze er een bepaalde emotie bij hebben.
Stap 3:
De volgende opdracht wil ik koppelen aan het muziekstuk:
De kinderen gaan eerst luisteren naar het lied. Dan gaan ze daar vragen over beantwoorden
(analytisch). Vragen zoals: wat voor vorm hoor je in het lied (herhaling, variatie, contrast)? Welke instrumenten hoor je? Waar gaat de muziek harder? Ik laat een klein stukje van het lied horen en de kinderen steken hun hand omhoog wanneer de melodie harder gaat.
Daarna gaan de kinderen een tekening maken bij het muziekstuk. Ze verwerken in de tekening een emotie, of waar ze aan denken als ze het lied horen. Bijvoorbeeld onder stap 1 heb ik mijn betekenis bij het liedje uitgelegd, dat het mij doet denken aan een pretpark. In de tijd dat de kinderen aan het tekenen zijn, speel ik het lied telkens opnieuw af. Dit doe ik zodat de kinderen het lied kunnen blijven horen en zo een emotie en een verhaal bij het lied op papier kunnen zetten.
Stap 4:
De kinderen gaan het muziekstuk eerst analyseren door middel van vragen te beantwoorden. Daarna creëren ze een beeld bij het lied. Ze denken creatief. Ze zien een beeld, verhaal en emotie voor zich. Ze denken ergens aan als ze het lied horen. En dat beeld noteren/tekenen ze op een papier.
Stap 5:
Mijn didactische werkvorm is bij de analytische luisterstijl 'vragen stellen'. En bij de creatieve luisterstijl gebruik ik het construeren van beelden. Ze maken een tekening van het muziekstuk. Dit stimuleert en brengt het luisterproces op gang.
Stap 6:
Coöperatief leren is samenwerkend leren. Ik maak hier geen gebruik van, omdat ik wil dat de kinderen juist zelf naar het lied gaan luisteren. En ik wil dat ze hun eigen emotie of verhaal waar ze aan denken kunnen uiten.
Stap 7:
Ik open de muziekles door een Xylofoon mee te nemen. Ik vraag eerst aan de kinderen wie er weet hoe dit muziekinstrument heet. Dan speel ik er verschillende tonen op. Ik vraag wat hoger en lager is. En welke toon is harder en zachter. Ook vraag ik wat de kinderen in de korte melodie horen die ik op de Xylofoon speel (herhaling, variatie, contrast). Ik laat een paar kinderen zelf een toon spelen en er een vraag bij bedenken (ik kan ze met die vraag ook helpen), en de rest van de klas luistert en antwoordt op de vraag.

Een Xylofoon die ik gebruik voor mijn opening.
Stap 8:
Als de kinderen hun emotie of verhaal op papier hebben getekend ga ik het met de kinderen nabespreken. Ik vraag aan de kinderen: Wat heb je getekend? Wat voor beeld/verhaal zie je voor je? Wat voor emoties heb je bij het lied? De kinderen laten hun tekening zien en geven antwoordt op de vragen.
Stap 9:
Ik heb mijn vader en moeder de opdracht laten uitvoeren. Om te kijken waar zij aan denken bij het lied, met welke emotie en verhaal. Mijn ouders konden de vragen beantwoorden. Ze weten wanneer het hoger of lager gaat en ze horen dat er veel herhaling in het lied zit.
Ze hebben allebei een tekening gemaakt.
Mijn vader zag een theater voor zich. De theatervoorstelling van het zwanenmeer, waar hij vroeger als 14 jarige jongen naartoe ging met school. Hij vond het toen een beetje saai, maar toch is het blijven hangen. Mijn vader heeft een beeld waar die aan dacht getekend vanuit zijn ervaring van vroeger, wat hij echt heeft meegemaakt.
Mijn moeder zag een balletvoorstelling voor zich. Op een gegeven moment gaan ze helemaal los, en ze ziet vogels en zwanen in de muziek. Er komen steeds meer ballerina's bij en dan gaan ze de wals dansen en dat wordt begeleid door een prachtig orkest. Mijn moeder heeft een beeld waar ze aan dacht getekend vanuit haar fantasie.
Hieronder zie je de tekeningen die mijn ouders hebben gemaakt. Ze hebben dit in een korte tijd getekend (5 minuten), maar het ging mij erom dat ik kon zien dat ze de opdracht konden uitvoeren, en niet dat het een prachtige tekening werd. Ik vond dat ze het goed hadden gedaan. En ik vond het leuk om de verschillen te zien, hoe ze aan de slag gingen met de opdracht.
Mijn ouders vonden het een leuke opdracht om te doen. Ook leek het hun een leuke opdracht om met de kinderen te doen. Zo luisteren de kinderen actief naar het muziekstuk, en leren ze dat muziek wat betekend
Stap 10:
Ik heb in stap 9 mijn bevindingen besproken met mijn ouders. Alles was verder positief.
Stap 9:
Ik heb mijn vader en moeder de opdracht laten uitvoeren. Om te kijken waar zij aan denken bij het lied, met welke emotie en verhaal. Mijn ouders konden de vragen beantwoorden. Ze weten wanneer het hoger of lager gaat en ze horen dat er veel herhaling in het lied zit.
Ze hebben allebei een tekening gemaakt.
Mijn vader zag een theater voor zich. De theatervoorstelling van het zwanenmeer, waar hij vroeger als 14 jarige jongen naartoe ging met school. Hij vond het toen een beetje saai, maar toch is het blijven hangen. Mijn vader heeft een beeld waar die aan dacht getekend vanuit zijn ervaring van vroeger, wat hij echt heeft meegemaakt.
Mijn moeder zag een balletvoorstelling voor zich. Op een gegeven moment gaan ze helemaal los, en ze ziet vogels en zwanen in de muziek. Er komen steeds meer ballerina's bij en dan gaan ze de wals dansen en dat wordt begeleid door een prachtig orkest. Mijn moeder heeft een beeld waar ze aan dacht getekend vanuit haar fantasie.
Hieronder zie je de tekeningen die mijn ouders hebben gemaakt. Ze hebben dit in een korte tijd getekend (5 minuten), maar het ging mij erom dat ik kon zien dat ze de opdracht konden uitvoeren, en niet dat het een prachtige tekening werd. Ik vond dat ze het goed hadden gedaan. En ik vond het leuk om de verschillen te zien, hoe ze aan de slag gingen met de opdracht.
Mijn ouders vonden het een leuke opdracht om te doen. Ook leek het hun een leuke opdracht om met de kinderen te doen. Zo luisteren de kinderen actief naar het muziekstuk, en leren ze dat muziek wat betekend
Tekening van mijn moeder.
Tekening van mijn vader.
Stap 10:
Ik heb in stap 9 mijn bevindingen besproken met mijn ouders. Alles was verder positief.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten